Kenmerken – De spanwijdte van deze kleine page is 30 tot 34 mm. Het mannetje en het vrouwtje zijn heel donkerbruin aan de bovenzijde. Aan de rand van de achtervleugel zitten enkele vage oranje stippen. Mannetjes en vrouwtjes lijken veel op elkaar. Onderscheid is mogelijk door te letten op een geurvlek op de voorvleugel van mannetjes. De onderzijde is overwegend grijsbruin met voor en achter een witte niet-doorlopende lijn. Heel verse exemplaren hebben vleugels met een goudbruine onderzijde. Op de achtervleugels zit langs de rand een oranje band met zeven zwarte vlekken. Op de rand van de voorvleugel is een vage oranje band te zien. Zijn nauwe verwant: de Bruine eikenpage heeft geen oranje op de voorvleugel en geen zwarte stippen maar zwarte v’tjes. Tot slot valt nog een donker staartje aan de achtervleugel op. De vleugels zijn omrand met een dunne zwarte lijn en hebben een witte franje.
Naamgeving – N: Pruimenpage – D: Pflaumen-Zipfelfalter – Lat: Satyrium pruni – E: Black hairstreak
De wetenschappelijke naam Pruni verwijst naar de Prunus (Pruim). Satyrium heeft te maken met Sater en kan te maken hebben met de dansende vlucht.
Leefomgeving – Deze vlinder komt in Nederland niet voor. Hij is te vinden op warme plekken uit de wind. In Pruimenbomen en Sleedoornstruwelen. Zelf kwam ik er twee tegen in de Eifel op een struweel.
Vliegtijd – Midden mei tot eind juli in één generatie.
Waardplant – Vooral Sleedoorn. Daarnaast Braam, Vlier en Liguster. Rupsen lijken een voorkeur te hebben voor witte bloesem.