Kenmerken – De spanwijdte van het Spiegeldikkopje is 28 tot 31 mm. De bovenzijde van de vleugels is donkerbruin met gele vlekken. Deze zitten langs de voorrand van de voorvleugels. Mannetjes en vrouwtjes lijken redelijk veel op elkaar. Vrouwtjes hebben grotere vlekken aan de bovenzijde van de vleugels . De onderzijde van de vleugels is geel en bevat heldere, donker omrande, ovale vlekken (de spiegels). De vleugels zijn omrand met een zwart-witte franje.
Het Spiegeldikkopje heeft een opvallende manier van vliegen, waar je hem van een afstand al aan kunt herkennen. Het lijkt wel een soort huppelen in de lucht, waarbij hij bij elke hup ook nog eens van richting verandert. Mannetjes patrouilleren binnen hun territorium en jagen indringers weg. Vrouwtjes proberen ze te onderscheppen. Mannetjes en vrouwtjes zitten graag te zonnen op grashalmen of struiken. Ze houden hierbij hun vleugels gespreid. Bij vochtig weer houden ze zich schuil onderin een graspol.
Naamgeving – N: Spiegeldikkopje – D: Spiegelfleck-Dickkopffalter – Lat: Heteropterus morpheus – E: Large chequered skipper
De wetenschappelijke naam Heteropterus stamt van het Griekse hetero en pteron (respectievelijk verschillend en vleugel) en hangt samen met de stand van de vleugels van deze vlinder. Morpheus is een godheid van voorspellende dromen. Hij wordt vaak weergegeven met een spiegel in de hand en vleugels op zijn rug.
Leefomgeving – Deze vlinder komt in Nederland in Mariapeel en De Groote Peel voor. Hij is te vinden op vochtige weiden waar het pijpenstrootje voorkomt en aan de rand van vochtige bossen, liefst in de buurt van beekjes. Mijn eigen foto’s zijn ook gemaakt in de Peel.
Vliegtijd – Begin juli tot augustus in één generatie. Mijn foto’s zijn op 6 juli gemaakt. In vanaf eind oktober overwintert de half volgroeide rups in een hibernaculum. Dit is een in het gras gesponnen zijden nestje. In het voorjaar verpopt de rups zich twee weken na het verlaten van zijn schuilplaats.
Waardplant – Pijpenstrootje, boskortsteel of hennegras. Vlinders zoeken nectar op bijvoorbeeld braam, kale jonker en kattenstaart.
Dikkopjes (Hesperiidae)
- Aardbeivlinder (Pyrgus malvae)
- Bont dikkopje (Carterocephalus palaemon)
- Bruin dikkopje (Erynnis tages)
- Geelsprietdikkopje (Thymelicus sylvestris)
- Groot dikkopje (Ochlodes sylvanus)
- Groot spikkeldikkopje (Pyrgus alveus)
- Kaasjeskruiddikkopje (Carcharodus alceae)
- Kalkgraslanddikkopje (Spialia sertorius)
- Kommavlinder (Hesperia comma)
- Spiegeldikkopje (Heteropterus morpheus)
- Zwartsprietdikkopje (Thymelicus lineola)