Bruin dikkopje (Erynnis tages)

Benieuwd hoe de onderkant van deze vlinder eruit ziet? Ik ook. (Dingy Skipper, Dunkler Dickkopffalter, Erynnis tages)

Kenmerken – De spanwijdte van dit spikkeldikkopje is 23 tot 26 mm. De bovenzijde van de vleugels donkerbruin met vage lichtere vlekken op de voorvleugel. Langs de rand van de vleugels zit een rand met zeer kleine witte stippen. Mannetjes en vrouwtjes lijken zeer veel op elkaar. Onderscheid is mogelijk door een donkere geurstreep in een vouw langs de voorzijde van de vleugel bij het mannetje. De mooie tekening van de vleugels vervaagt bij het ouder worden. Ook hebben mannetjes een iets vager patroon dan vrouwtjes. De onderzijde van de vleugels is egaal bruin met een rij witte stipjes langs de rand. De vleugels zijn omrand met een lichtbruine franje.

Het Bruin dikkopje is, net als andere dikkopjes, een snelle en drukke vlieger. Ze vliegen zeer laag bij de grond. Mannetjes jagen indringers na een kort maar hevig luchtgevecht weg uit hun territorium. Vrouwtjes proberen ze te onderscheppen. Mannetjes en vrouwtjes zitten graag te zonnen op lage begroeiing. Anders dan veel andere dikkopjes, houden ze hierbij hun vleugels gespreid.

Tegen de avond zoeken ze de laatste zonnige plekken op en maken zich klaar voor de nacht op een verdroogde bloemknop of grashalm. Hier slaan ze hun vleugels omheen en houden zich als het ware vast.

Naamgeving – N: Bruin dikkopje – D: Kronwicken-Dickkopffalter – Lat: Erynnis tages – E: Dingy Skipper
De wetenschappelijke naam Erynnis stamt uit de Griekse mythologie. De Erinyen (of Furiën) zijn wraakgodinnen die misdadigers ononderbroken bleven achtervolgen. Dit slaat mogelijk op het ononderbroken vlieggedrag van dit vlindertje. De profeet Tages stond aan de wieg van de Etruskische mythologie. Of het Bruin dikkopje dezelfde wijsheid aan de dag legt als Tages kan ik maar moeilijk beoordelen.

Leefomgeving – Deze vlinder komt in Nederland in het zuidelijkste puntje van Zuid-Limburg voor. Hij is te vinden op droge graslanden waar gewone rolklaver voorkomt. Mijn eigen foto’s zijn gemaakt op de Sint Pietersberg.

Vliegtijd – Begin mei tot half juni in één generatie met soms nog een kleinere generatie tussen half juli en eind augustus. Mijn foto’s zijn op 12 juni 2014 en 23 juli 2015 gemaakt. Vanaf begin augustus overwintert de bijna volgroeide rups in een hibernaculum. Dit is een in het gras gesponnen zijden nestje. In april verpopt de rups zich in zijn zijden onderkomen. De mooiste fotokans van een vers exemplaar heb je dus begin mei.

Waardplant – Gewone rolklaver. Vlinders zoeken nectar op wilde bloemen zoals gewone rolklaver, boterbloem, hondsdraf en zenegroen.