Kenmerken – De spanwijdte van deze vlinder is 30 tot 40 mm. Bij mannetjes zijn de vleugels aan de bovenzijde oranjerood met zwarte vlekken. Vooral verse mannetjes lijken erg rood. Bij vrouwtjes zijn de voor- en achtervleugels verschillend van kleur. De voorvleugels zijn vaak grijzig van kleur en hebben meer vlekken dan die van mannetjes. De achtervleugels zijn oranje-geel van kleur en ook hier zijn vlekken te zien. Langs de buitenrand loopt een golvende zwarte buitenrand. Aan de onderzijde zijn mannetjes en vrouwtjes niet van elkaar de onderscheiden. De achtervleugels zijn crèmekleurig met kleine zwarte vlekjes. Ook zie je twee oranje banden waarvan de binnenste een heftige kronkel vertoont. Tussen het crème en oranje zitten rijen met zwarte boogjes. De voorvleugel oranje met zwarte vlekken. Om de vleugels zit een zwart-witte franje.
Naamgeving – N: Tweekleurige parelmoervlinder – D: Roter Scheckenfalter – Lat: Melitaea didyma – E: Spotted Fritillary
De wetenschappelijke naam Didyma stamt uit de Griekse mythologie. Het is een bijnaam van Artemis, de tweelingzus van Apollo. In de Turkse plaats Didyma staat een aan Apollo gewijde tempel.
Leefomgeving – Deze vlinder komt niet voor in Nederland. Ik heb hem voor het eerst gezien op de zuidelijke helling van de Duitse Valwigerberg vlak bij de Moezel. Hij is te vinden op warme zonnige plekken, zoals droog grasland, warme stenige hellingen en brede bermen.
Vliegtijd – In midden Europa vliegt de soort van midden juni tot eind juli. Indien deze generatie vroeg in het jaar start, kan er een tweede generatie vliegen in augustus en september. Overwintering vindt plaats als solitaire jonge of half volgroeide rups.
Waardplant – De rups is niet erg kieskeurig. Hij leeft van smalle en ruige weegbree, maar ook allerlei andere planten als grote centauri en ereprijs. Ook viooltjes. Vlinders halen nectar van bloemen als leeuwentand, centauri en distels.
Parelmoervlinders (Nymphalidae)
- Bosparelmoervlinder (Melitaea athalia)
- Braamparelmoervlinder (Brenthis daphne)
- Grote parelmoervlinder (Speyeria aglaja)
- Keizersmantel (Argynnis paphia)
- Kleine parelmoervlinder (Issoria lathonia)
- Purperstreepparelmoervlinder (Brenthis ino)
- Ringoogparelmoervlinder (Boloria eunomia)
- Steppeparelmoervlinder (Melitaea aurelia)
- Tweekleurige parelmoervlinder (Melitaea didyma)
- Veenbesparelmoervlinder (Boloria aquilonaris)
- Veldparelmoervlinder (Melitaea cinxia)
- Zilveren maan (Boloria selene)