Boomblauwtje (Celastrina argiolus)

Boomblauwtje poseert in de zon.

Boomblauwtje poseert in de zon.

Kenmerken – De spanwijdte van dit blauwtje is 20 tot 30 mm. De vleugels van de mannetjes en de vrouwtjes is aan de bovenzijde lichtblauw. Bij de mannetjes is de vleugel helemaal blauw, maar de vrouwtje hebben een brede donkere rand om de vleugels. De onderzijde is heel licht blauw, bijna wit, met kleine zwarte stippen. Boomblauwtjes zijn niet gemakkelijk te fotograferen, want ze zitten graag vrij hoog in bomen. Ook zijn ze heel beweeglijk en alert.

Naamgeving – N: Boomblauwtje – D: Faulbaumbläuling – Lat: Celastrina argiolus – E: Holly Blue
De wetenschappelijke naam celastrina heeft te maken met de waardplant Hulst. Argiolus betekent kleine argus. Heeft betrekking op de ogen en de grootte van deze vlinder.

Leefomgeving – Het Boomblauwtje is vrijwel overal te vinden. Bij bomen en struiken en op heide. Je ziet je in het bos, in parken en tuinen (ook de mijne).  Ik heb ze zelf door heel Nederland gezien. Heide is natuurlijk heel dankbaar, omdat je ze dan vanaf een goede hoogte kunt fotograferen.

Vliegtijd – Boomblauwtjes vliegen al heel vroeg in het jaar; tussen april-juni. Later is er nog een tweede generatie in juli-augustus.

Waardplant – Hulst, Klimop, Vuilboom en struikheide