Kenmerken – De spanwijdte van deze vlinder is 33 tot 40 mm. Bij mannetjes zijn de vleugels aan de bovenzijde oranjebruin met zwarte vlekken en strepen. Bij vrouwtjes zijn de vlekken en strepen iets bruiner van kleur. Het verschil tussen de seksen is maar moeilijk te zien. Langs de buitenrand loopt een zwarte band. Daarna volgt een rij oranje v’tjes. En daar weer binnen op de achtervleugel een kenmerkende rij oranje vierkantjes met daarbinnen een ronde zwarte vlek. Aan de onderzijde zijn mannetjes en vrouwtjes niet van elkaar te onderscheiden. De achtervleugels zijn crèmekleurig met kleine zwarte vlekjes. Ook zie je twee oranje banden waarvan de binnenste een heftige kronkel vertoont. In de buitenste oranje band zit in ieder vak een donkere vlek. Hiermee verschilt hij van de Tweekleurige parelmoervlinder. Tussen het crème en oranje zitten rijen met zwarte boogjes. De voorvleugel is oranje met zwarte vlekken. Om de vleugels zit een zwart-witte franje.
Naamgeving – N: Veldparelmoervlinder – D: Wegerich-Scheckenfalter – Lat: Melitaea cinxia – E: Glanville Fritillary
De wetenschappelijke naam Cinxia stamt uit de Romeinse mythologie. Het is de godin van het huwelijk. Ook is ze erg handig bij het losmaken van bruidsgordels. Zit je gordel vast? Bel Cinxia!
Leefomgeving – Deze vlinder komt sinds kort weer in Nederland voor. Ik heb hem voor het eerst gezien op de Bemelerberg in Zuid-Limburg. Later dat jaar zag ik er een paar op kalkgrasland bij Blankenheim. Hij is te vinden in open plekken in loofbossen, op bloemrijke graslanden of brede bospaden.
Vliegtijd – In midden Europa vliegt de soort van begin mei tot eind juni. De mooiste exemplaren kun je dus vinden in mei. De vlinders die ik in juni fotografeerde in Duitsland waren behoorlijk afgevlogen. Jonge rupsen leven in spinselnesten en overwinteren in zo’n nest tussen de waardplanten vanaf de 3e of 4e vervelling.
Waardplant – Tientallen eitjes tegelijk worden door een vrouwtje afgezet op smalle weegbree, ereprijs, maar ook het vlasbekje. Vlinders halen nectar van bloemen als engels gras, wondklaver, havikskruid, boterbloem en distels.
Parelmoervlinders (Nymphalidae)
- Bosparelmoervlinder (Melitaea athalia)
- Braamparelmoervlinder (Brenthis daphne)
- Grote parelmoervlinder (Speyeria aglaja)
- Keizersmantel (Argynnis paphia)
- Kleine parelmoervlinder (Issoria lathonia)
- Purperstreepparelmoervlinder (Brenthis ino)
- Ringoogparelmoervlinder (Boloria eunomia)
- Steppeparelmoervlinder (Melitaea aurelia)
- Tweekleurige parelmoervlinder (Melitaea didyma)
- Veenbesparelmoervlinder (Boloria aquilonaris)
- Veldparelmoervlinder (Melitaea cinxia)
- Zilveren maan (Boloria selene)