Dagvlinders in en om Nederland

Wat mij zo aantrekt in vlinders is feit dat het ze niet uitmaakt of mijn foto’s van ze enige esthetische waarde hebben. Het lijkt ze zelfs niet te schelen of ik ze überhaupt op de foto zet. Hetzelfde kun je natuurlijk zeggen van gras, maar dan hebben vlinders toch iets meer persoonlijkheid. Heel prettig is dat ik geen enkele verantwoording hoef af te leggen aan mijn fotogenieke modellen.
Vlinders leven in hun eigen wereld. Als je voorzichtig bent, dan kun je heel dichtbij komen en zien wat een fascinerende beestjes het zijn. Opvallend zijn de prachtige kleuren en patronen op de vleugels. Dit is te danken aan de schubben die vlinders op hun vleugels hebben. Deze liggen als een soort dakpannen over elkaar heen. Kleuren ontstaan door pigment in de schubben, maar ook door fluorescerende kleureffecten van weerkaatsing en breking van licht. Vlinders horen binnen de insecten tot de orde Lepidoptera wat letterlijk schubvleugeligen betekent.
Vlinders ondergaan net als alle insecten een metamorfose. Met name bij vlinders spreekt de gedaanteverwisseling van rups naar volwassen vlinder (imago) zeer tot de verbeelding. De volledige metamorfose bestaat uit vier stadia; het eitje, de rups die enkele keren vervelt, de pop en uiteindelijk de volwassen vlinder. Ik heb gelezen dat eitjes, rupsen en poppen erg interessant zijn. Maar ja, ik ben fotograaf en het oog wil ook wat. Je vindt hier daarom voornamelijk foto’s van vlinders.
Voor het fotograferen van vlinders wil je weten wanneer en waar ze vliegen. Daarom is het fijn om iets van de levenscyclus van de vlinder in alle stadia af te weten. Sommige vlinders overwinteren namelijk als imago. Die zie je in het voorjaar als eerste rondvliegen. Hiertoe behoort bijvoorbeeld de Citroenvlinder. Iets later in het voorjaar kun je Oranjetipjes zien vliegen die als kleine rupsjes in een soort zijden nestje overwinteren. De Sleedoornpage overwintert als eitje en vliegt laat in de zomer. Sommige vlinders, zoals het Tijmblauwtje, overwinteren als pop. De Distelvlinder, die de Nederlandse winter niet overleeft, trekt ‘s zomers vanuit het zuiden naar ons land. Via waarneming.nl kun je vinden waar en wanneer bepaalde vlinders in Nederland rondvliegen. Een complicatie is dat informatie over echt zeldzame soorten verborgen is. Dit voorkomt verstoring van de vlinders en met name hun kwetsbare leefomgeving. De belangrijkste oorzaak van het uitsterven van vlinders is het verdwijnen van hun biotopen. Met name soorten die erg gespecialiseerd zijn voor een bepaalde soort omgeving (biotoopklasse), waardplant en/of andere diersoorten, zoals knoopmieren, zijn kwetsbaar. Ook op deze site zal ik van zeer zeldzame soorten de exacte vindplaats niet melden. Als al het andere faalt zou je natuurlijk ook een boek over dagvlinders kunnen raadplegen. Daarin kun je bijvoorbeeld lezen waarom warme kalkhellingen of bosranden op het zuiden een bezoekje waard zijn.
Via onderstaande foto’s en links zijn de soorten volgens families of onderfamilies gerangschikt. Dit is afhankelijk van het aantal vlindersoorten dat ik gefotografeerd heb binnen zo’n groep. Zo ben ik bijvoorbeeld dol op de familie Blauwtjes. Daar heb heb ik veel soorten van en heb ze dus verdeeld over de onderfamilies Blauwtjes, Vuurvlinders en Kleine pages.