Kenmerken – De spanwijdte van dit blauwtje is 30 tot 35 mm. Vrij groot dus voor een blauwtje. De vleugels van de mannetjes is aan de bovenzijde zilver-blauw met een zwarte band aan de buitenkant. De vleugels hebben een zwart-wit geblokte franje. De onderzijde is licht grijs-bruin met witte stippen met daarin een zwarte stip. Langs de vleugelrand zijn zwarte en oranje v’tjes te zien. Ook zit er een soort omgekeerd wit hart in het midden van de achtervleugel. Vrouwtjes zijn donkerbruin aan de bovenkant en hebben oranje stippen. De onderzijde van vrouwtjes ins bruin.
Naamgeving – N: Bleek blauwtje – D: Silbergrüner Bläuling – Wet: Lysandra coridon, Polyommatus coridon, Lycaena coridon – E: Chalk-hill Blue
De herkomst van de wetenschappelijke naam Lysandra is de klassieke oudheid. Ze was de koningin van Macedonië en haar naam betekent emancipator (of bevrijder). Coridon is afgeleid van een Griekse mythologische herder.
Leefomgeving – In de Duitse Vulkaaneifel ben ik er een paar tegengekomen. Ze leven daar op kalkgraslanden.
Vliegtijd – Begin juli tot begin september.
Waardplant – Paardenhoefklaver.
Blauwtjes (Lycaenidae)
- Bleek blauwtje (Lysandra coridon)
- Boomblauwtje (Celastrina argiolus)
- Bruin blauwtje (Aricia agestis)
- Dwergblauwtje (Cupido minimus)
- Gentiaanblauwtje (Phengaris alcon)
- Heideblauwtje (Plebejus argus)
- Icarusblauwtje (Polyommatus icarus)
- Klaverblauwtje (Cyaniris semiargus)
- Tijmblauwtje (Phengaris arion)
- Veenbesblauwtje (Agriades optilete)