Kenmerken – De spanwijdte van dit blauwtje is 18 tot 22 mm. Het is hiermee het kleinste blauwtje dat ik ken. De vleugels van de mannetjes en de vrouwtjes is aan de bovenzijde donkerbruin met een witte franje. De mannetjes hebben wat blauwe bestuiving. Door zonlicht kan een groenige kleurzweem over de vleugeltjes komen. De onderzijde is licht blauw, met een rij kleine wit-omrande zwarte stippen. Ze lijken qua vlekkenpatroon op Klaverblauwtjes, maar zijn beduidend kleiner. Dwergblauwtjes zijn heel beweeglijk en zitten, nu ik erover nadenk, net als de meeste blauwtjes niet bepaald lang stil.
Naamgeving – N: Dwergblauwtje – D: Zwergbläuling – Lat: Cupido minimus, Lycaena minima Fuessly – E: Little Blue, Small Blue
Volgens de wetenschappelijke naam hebben we te maken met cupido, de god van de liefde, maar dan wel een kleintje (minimus)
Leefomgeving – Het Dwergblauwtje komt niet voor in Nederland. Heel soms werden ze in Zuid-Limburg gezien. Ze komen wel voor in de Eifel en in de Ardennen. Ze leven op droge (kalk)graslanden.
Vliegtijd – april-juni. Er is nog een kleine tweede generatie in eind-juni tot half-augustus.
Waardplant – Wondklaver
Blauwtjes (Lycaenidae)
- Bleek blauwtje (Lysandra coridon)
- Boomblauwtje (Celastrina argiolus)
- Bruin blauwtje (Aricia agestis)
- Dwergblauwtje (Cupido minimus)
- Gentiaanblauwtje (Phengaris alcon)
- Heideblauwtje (Plebejus argus)
- Icarusblauwtje (Polyommatus icarus)
- Klaverblauwtje (Cyaniris semiargus)
- Tijmblauwtje (Phengaris arion)
- Veenbesblauwtje (Agriades optilete)